Mediator is geen beschermde titel. Iedereen die denkt aan conflictoplossing te kunnen doen door bemiddeling mag zich een mediator noemen. In de advocatuur mag dat niet zomaar. Je mag je pas specialist noemen als je de nodige specialisatieopleiding hebt gevolgd of aantoonbaar over de specialistische kennis beschikt door bijvoorbeeld jarenlange ervaring op een bepaald gebied. Advocaten die specialist zijn, zijn bijna zonder uitzondering, bij een specialisatievereniging aangesloten die aan de toetreding en de voortzetting van het lidmaatschap hoge eisen stelt.
Al sinds 2007 specialist familiemediator
Deze week ontving ik mijn certificaat waaruit blijkt dat ik voldoe aan de door de Stichting Kwaliteit Mediators vastgestelde vakbekwaamheidseisen. Waarmee ik als mediator gerechtigd ben tot het voeren van de titel Mediatorsfederatie Nederland (MfN) registermediator. Dit terwijl ik al in 2006 specialist familierecht ben, na afronding van de opleiding van de beroepsvereniging voor familierechtadvocaten en scheidingsmediators (vFAS). In 2007 heb ik bij deze vereniging het specialisme familiemediator behaald. Als deskundige erkend door de vakvereniging maar niet door de Raad voor Rechtsbijstand (RvR). En dat is niet onbelangrijk.
Raad voor de Rechtsbijstand
De RvR zorgt voor de gefinancierde rechtsbijstand. Is je inkomen of vermogen onder een bepaalde grens dan betaalt de overheid via de RvR de advocaat of mediator. Sinds 2007 werkzaam als mediator, na een zware en dure opleiding en met alle hoge en dure jaarlijkse onderhoudseisen. Maar een toevoeging als mediator krijgen, ho maar. Waarom niet? Omdat ik niet bij het Nationaal Mediation Instituut (NMI) was geregistreerd. Nou dan registreer je je even, als je al aan de eisen voldoet is dat geen probleem toch? Wel dus. Om gecertificeerd te worden moet er naast een kennistoets ook een mediationtoets bij het NMI worden afgelegd a raison van enkele duizenden euro’s. De kennistoets heb ik gedaan, die kostte ‘maar’ een paarhonderd euro. Binnen twee jaar moest de mediationtoets volgen en die bleek ontzettend duur te zijn.
Mediatorsfederatie Nederland
Ik vertikte het om bij een ander instituut zoveel extra kosten te maken voor een opleiding die ik al had gevolgd. Geen punt. Ik kon de mediations op toevoeging doen als ‘gemeenschappelijk verzoek’ in plaats van als ‘mediation’. Voor de cliënten om het even. Tot de RvR kort geleden de prijzen voor de cliënt voor de gewone familierechttoevoegingen meer dan verdubbelde en de prijzen van de mediationtoevoeging verlaagde. Toen kon ik aan de cliënten uitleggen dat ik volgens de RvR niet voldeed aan de kwaliteitseisen voor een mediationtoevoeging. Best gênant als je al sinds 2007 als specialist werkzaam bent.
Gelukkig heeft het NMI zichzelf dit jaar opgeheven en gaat het NMI met andere specialistenvereniging voor mediators over in de Mediatorsfederatie Nederland. Eindelijk is er een soepele en veel goedkopere overgangsregeling ingesteld om alle aan de eisen voldoende vFAS mediators te laten instromen in het kwaliteitsregister voor mediators. Dit register is belangrijk om een landelijke kwaliteitsstandaard neer te zetten. Zo kan het kaf van het koren worden gescheiden en stopt de verwarring en de dubbele toetsing door de verschillende verenigingen. Eindelijk kan ik gewoon een mediationtoevoeging aanvragen. Eindelijk erkenning. Beter laat dan nooit.
