Wetsvoorstel wijziging partneralimentatie

Eindelijk is het zover!

Het langverwachte wetsvoorstel tot beperking en wijziging van partneralimentatie is vorige week ingediend door Kamerleden van VVD, PvdA en D66.

Zorgplicht op niveau van welstand tijdens het huwelijk

De grondslag voor alimentatie is nu de zorgplicht die ontstaat door het huwelijk. “Belooft u elkaar het nodige te verschaffen, te verzorgen tot de dood u scheidt?” “Ja, dat beloof ik.” Als het huwelijk eindigt door scheiding blijft die belofte gelden. Vaak de man moet dan na het einde van het huwelijk toch nog voor zijn ex blijven zorgen, soms wel 12 jaar. Ook als er geen (jonge) kinderen zijn. Ook als er geen reden is waarom de andere echtgenoot niet gewoon zelf fulltime kan werken.

En de plicht strekt, zeker vlak na de scheiding tot een zorgplicht die reikt tot het welstandsniveau tijdens het huwelijk. De serveerster die met de profvoetballer trouwt heeft na de scheiding dus recht op compensatie van de luxe levensstijl, niet van haar werkelijke inkomensverlies doordat zij haar baan opzegde om haar man naar zijn nieuwe club te volgen.

Verlies verdiencapaciteit

De initiatiefnemers van het wetsvoorstel willen de grondslag van partneralimentatie beperken tot compensatie voor het verlies aan verdiencapaciteit dat tijdens het huwelijk (of geregistreerd partnerschap) bij een van de partners is ontstaan. Bijvoorbeeld als een van de partners de carrière aan de wilgen heeft gehangen om te zorgen voor de kinderen en om de andere partner te steunen in zijn carrière. De hoogte wordt niet meer bepaald aan de hand van de welstand in het huwelijk maar op grond van het geschatte inkomensverlies door het huwelijk.

Alimentatie korter

Verder wordt voorgesteld om de duur van de alimentatietermijn te verkorten. Geen recht op alimentatie is er als het huwelijk korter dan 3 jaar heeft geduurd en de partners geen gezamenlijke kinderen hebben die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt. In andere gevallen geldt als hoofdregel dat de alimentatietermijn gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. Heeft de alimentatiegerechtigde de zorg voor jonge kinderen van de partners, dan eindigt de alimentatieverplichting niet eerder dan dat het jongste kind 12 jaar oud is geworden. Ook eindigt de alimentatieplicht zodra de alimentatieplichtige de AOW-leeftijd bereikt.

Afzien van partneralimentatie bij huwelijksvoorwaarden

Een ander langverwacht onderdeel is de mogelijkheid dat de partners bij huwelijkse voorwaarden (of bij geregistreerd partnerschapsovereenkomst) kunnen afwijken van de regeling inzake partneralimentatie (dus niet kinderalimentatie). Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt.
Hierbij dient wel te gelden dat als de uitgangspunten van partijen tijdens het huwelijk of geregistreerde partnerschap wijzigen de afspraken over de alimentatie ook veranderen. Dit zal een pijnpunt worden want bij de meeste mensen verdwijnen de huwelijksvoorwaarden na het trouwen ergens onder in een la. Niet zelden zie ik dat de economische zelfstandigheid bij aanvang van de relatie zeer gelijkwaardig is, maar dat er een ongelijkheid en dus afhankelijkheid ontstaat als er kinderen komen. Dit feit maakt dat een kaal afstandsbeding wellicht beter niet geadviseerd kan worden maar dat er in de regel ook een clausule wordt opgenomen voor het geval partijen later toch kiezen voor een ‘traditionele’ rolverdeling.

Eindelijk een voorstel dat echtgenoten bewuster maakt over hun zelfstandigheid en een einde aan de twaalfjarige zorgplicht na scheiding met als basis het welstandsniveau. Hopelijk komt de wet er snel doorheen.