Scheiden… en de kinderen dan? Scheiden zonder Schade

Het verslag van het platform Scheiden zonder Schade

Even wat cijfers: elk jaar maken 70.000 kinderen de scheiding van hun ouders mee. Ongeveer 16.000 van die kinderen hebben daar veel last van. Van de ruim 35.000 jaarlijkse echtscheidingen vallen er 7.200 in de categorie ‘vechtscheiding’. Van dit soort scheidingen hebben kinderen nog veel meer last. Inmiddels komt de meerderheid van de kinderen waar jeugdhulp mee te maken heeft uit een scheidingssituatie. Reden waarom oud-politicus André Rouvoet vorig jaar de opdracht kreeg om met maatregelen te komen. Eind februari presenteerde hij het verslag van het platform Scheiden zonder Schade. Wat staat erin?

Opdracht

Rouvoet kreeg de opdracht ‘om te komen met concrete actielijnen en oplossingsrichtingen om schade bij kinderen als gevolg van scheidingen te voorkomen’. Daarnaast werd hem gevraagd een platform in te richten waarin de belangrijkste organisaties zijn vertegenwoordigd.

Dat platform is het Platform ‘Scheiden zonder Schade’ geworden. De met dit platform gevonden actielijnen en oplossingsrichtingen heeft Rouvoet op 22 februari 2018 gepresenteerd aan de ministers Sander Dekker (Rechtsbescherming) en Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Het is nu aan hen om er verder mee te gaan.

Zes fases

In het verslag onderscheidt Rouvoet zes fases die van belang zijn in het scheidingsproces:

  • voor de relatie
  • het begin van het ouderschap
  • relatieproblemen
  • uit elkaar
  • rechtsgang
  • na de scheiding

Voor elke fase heeft Rouvoet uitdagingen en actie- en ontwikkelpunten geformuleerd om schade voor kinderen bij een scheiding zo veel mogelijk te voorkomen. Die punten variëren van het geven van meer en betere publieksvoorlichting en informatieverstrekking, tot het verbeteren van de (toegang tot) hulpverlening en het aanpassen van (juridische) procedures.

Ik heb het verslag met veel belangstelling gelezen. Vanuit mijn vak was ik uiteraard extra geïnteresseerd in de passages over de rechtsgang. Daarover schrijft Rouvoet dat er verkeerde prikkels in het juridische systeem zitten. Het huidige systeem (het ‘toernooimodel’) werkt volgens hem escalatie en vechtscheidingen in de hand. Daarnaast vindt hij dat er in dit systeem nog te weinig aandacht is voor de positie van het kind. Nou, daar was ik het alvast mee eens!

Actie- en ontwikkelpunten rechtsgang

Rouvoet benoemt in het verslag een aantal actiepunten om de huidige juridische procedure te verbeteren. Denk daarbij aan een strakkere rol van een regierechter, het blijven stimuleren van gesprekken tussen ouders en het verbeteren van de positie.

Perverse prikkels

Het wegnemen van perverse financieringsprikkels voor advocaten wordt ook genoemd. Ik vraag mij af welke financieringsprikkels. Laten we even wat duidelijkheid scheppen hierin. Op de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand in scheidingszaken is inmiddels zo veel bezuinigd dat er hierin geen enkele prikkel meer te vinden is. In feite legt de advocaat hierop toe en doet hij of zij zo’n zaak niet om het geld maar enkel om de mensen te helpen. Ik vind de opmerking dat advocaten worden gestimuleerd door perverse financieringsprikkels eigenlijk best naar en kwetsend.

Experimenteren met een alternatieve juridische procedure

Daarnaast stelt Rouvoet voor te experimenteren met een alternatieve juridische procedure bij de rechter. Die procedure is de-escalerend en oplossingsgericht. Zo verloopt de procedure met de hulp van een neutrale gezinsvertegenwoordiger, bijvoorbeeld een gezinsadvocaat of -mediator. In plaats van de gebruikelijke wisseling van standpunten door de beide advocaten stelt de gezinsvertegenwoordiger in overleg met de ex-partners één gezamenlijk processtuk op, dat met eventuele open punten aan de rechter wordt voorgelegd. Als dat nodig is kan de gezinsvertegenwoordiger de rechter ook inschakelen voor een snelle beslissing of ordemaatregel. Tijdens deze procedure is alles er steeds op gericht om de ex-partners zelf tot compromissen te laten komen die voor allebei werkbaar zijn, en waarbij de belangen van het kind centraal staan.

Conclusie

Ik ben best enthousiast over dit voorstel. Hoe minder vechtscheidingen, hoe beter.

Voor kinderen is het zó belangrijk dat zij twee ouders hebben die hun rol als ouder kunnen blijven uitvoeren en daarover, zowel tijdens de scheiding als in de toekomst, kunnen blijven overleggen. Ik ben niet voor niets een groot voorstander van echtscheidingsmediation en zelf ook mediator.

De alternatieve procedure lijkt dan ook wel erg op het model van echtscheidingsmediation. Maar daar waar mediation nu nog een vrijwillige keuze is van scheidende partners, krijgt deze procedure een meer verplicht karakter. Ik ben wel benieuwd hoe deze procedure zal verlopen bij stellen die al een tijdje in de ‘vechtscheidingsstand’ staan. Krijgen rechter en gezinsvertegenwoordiger hen nog aan tafel voor een constructief gesprek? We zullen het zien!